Aanbod koopwoningen op dieptepunt, prijzen blijven flink stijgen

De prijs voor een koopwoning was afgelopen kwartaal 20,7 procent hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt donderdag uit cijfers van makelaarsvereniging NVM. Ook stonden er eind december slechts 15.600 huizen te koop, het kleinste aantal sinds de organisatie in 1995 begon met meten.

Doordat de vraag naar koophuizen groot is en er maar amper aanbod is, bieden kopers meer voor een woning. Van de koophuizen die in het afgelopen kwartaal zijn verkocht, is zo’n 80 procent voor meer dan de vraagprijs van eigenaar verwisseld.

Potentiële kopers kunnen nu gemiddeld uit 1,3 huizen kiezen. Uitschieters zijn onder meer de regio’s Haarlem, IJmond en Zuidwest-Drenthe, waar kopers kunnen ‘kiezen’ uit slechts één woning. Het krappe aanbod en het overbieden zorgden ervoor dat in het laatste kwartaal van vorig jaar gemiddeld 438.000 euro is betaald voor een huis.

“De doorstroming op de huizenmarkt stokt door te weinig aanbod en de krapte jaagt de prijzen op”, zegt makelaar Lana Gerssen, voorzitter van de NVM-vakgroep Wonen. Dat komt onder meer doordat huizenbezitters terughoudend zijn om hun woning te koop te zetten, omdat ze vrezen geen andere geschikte plek te kunnen vinden.

“Een tweedeling in de maatschappij ligt op de loer, waarbij woningbezitters en woningzoekers meer en meer tegenover elkaar komen te staan.” De verwijten steken volgens haar nu al de kop op. Zo worden senioren erop aangesproken dat ze niet willen verhuizen. “Maar er is domweg geen passend aanbod voor deze doelgroep”, licht Gerssen toe.